menu language
Cirkel Vierkant Driehoek

Ondersteuningskaart lees- en spellingsontwikkeling en dyslexie PO

Basisondersteuning (basisnorm)

Elke school voldoet aan de basisondersteuning zoals verwoord in de gezamenlijke afspraken in het beleidsdocument Almeerse Norm Basisondersteuning. 

De themakaarten zijn een handreiking voor scholen om de basis op de thema’s te organiseren, te ontwikkelen en uit te kunnen voeren op school. 

Deze ondersteuningskaart is bedoeld voor de onderwijsprofessionals en geeft een concrete uitwerking van wat de school in de basis kan vormgeven. De kenniskaart beschrijft hoe, met welke inzet van kennis en vaardigheden, de school dit kan doen.  

De ondersteuning richt zich op een ononderbroken ontwikkeling voor alle leerlingen, onder andere door inzet van handelingsgericht werken.  

Het inzetten van deze kaart betreft voor 2025-2026 een pilot. Na een jaar worden de themakaarten geëvalueerd met het veld op praktische uitvoerbaarheid en het al dan formuleren van de norm. Na aanpassingen worden de themakaarten vervolgens vastgesteld.  

Formeel valt dit thema niet onder ‘extra ondersteuning’ zoals gedefinieerd in de wet Passend Onderwijs. 

Kenmerken van een effectieve aanpak in de basis

Op basis van onderzoek en praktijkervaringen zijn een aantal componenten van een effectieve aanpak bij lees- en spellingproblemen in het basisonderwijs te onderscheiden die ingezet kunnen worden op de verschillende ondersteuningsniveaus. Ze worden in het kort beschreven op de website Dyslexie Centraal. Aan het einde van het artikel staat waar je uitgebreidere informatie kunt vinden hierover, onder andere over het kiezen van een interventie. Zie Kenmerken van een effectieve aanpak| Dyslexie Centraal. 

De basisondersteuning is met name gericht op verschillende preventieve en licht curatieve processen in de school en richt zich op goed onderwijs voor alle leerlingen, een sterk basisaanbod met proactief handelen en vakmanschap van leraren bij pedagogische en didactische vraagstukken bij het lees- en spellingonderwijs (basiskwaliteit). In de basisondersteuning is de aanpak ook gericht op ondersteuning aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (ondersteuningsniveaus – Brede Vakinhoudelijke Richtlijn Dyslexie| |Dyslexie Centraal) en zet de school meer deskundige begeleiding in.   

Deze ondersteuningskaart richt zich op een ononderbroken taalontwikkeling voor alle leerlingen onder andere door inzet van handelingsgericht werken. 

Kenmerken van Dyslexie 
Dyslexie is een specifieke en hardnekkige lees- en spellingstoornis met een basis in de neurobiologische ontwikkeling, die niet verklaard kan worden door een algemeen leerprobleem, inadequaat onderwijs of sensorische beperkingen (APA, 2013; Peterson & Pennington, 2012; Thompson et al., 2015)2 

Wanneer iemand dyslexie heeft, is er sprake van een ernstige achterstand op het gebied van lezen en spelling in vergelijking tot leeftijdgenoten. De achterstand moet hardnekkig zijn. Dit betekent dat ook met extra ondersteuning en oefenen het lezen en/of spelling moeizaam blijft gaan. Dyslexie betekent letterlijk ‘niet goed kunnen lezen’. Het woord komt uit het Grieks. De definitie voor dyslexie die in Nederland het meest wordt gebruikt is: ‘Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau’. 

In dit filmpje is goed te zien hoe het is om dyslexie te hebben.   

Technisch lezen 

Dyslexie wordt ook wel ‘een stoornis in het technisch lezen’ genoemd.  Technisch lezen is de vaardigheid van het omzetten van de letters in klanken. En uiteindelijk dus het kunnen voorlezen van een tekst op een goed tempo. Dyslexie belemmert het vlot leren lezen. De meeste kinderen met dyslexie leren uiteindelijk wel lezen, maar blijven trager lezen. Ze moeten er meer energie in steken en zijn sneller afgeleid dan de gemiddelde lezer. Dat gaat vaak ten koste van het begrijpen van wat je leest. 

De basisondersteuning bij lees- en spellingonderwijs en dyslexie wordt uitgevoerd door school met ondersteuning van een taalspecialist/een externe partner /Passend Onderwijs Almere.  Diagnostiek en behandeling door zorgaanbieder (ondersteuningsniveau 4 uit Protocol Dyslexie) worden ingezet door de zorgaanbieder, maar altijd in afstemming met de school. 

Er is een landelijk dyslexieprotocol vastgesteld, waarin 4 ondersteuningsniveaus beschreven zijn die ingezet worden bij lezen en spellen. Ondersteuningsniveau 1 t/m 3 worden uitgevoerd door school. Ondersteuningsniveau 4 wordt geïnitieerd door school, uitgevoerd door een zorgaanbieder en gefinancierd vanuit de jeugdzorg (gemeente). Het gaat hierbij om gestapelde ondersteuning.

 

 

 

Belangrijke inhoudelijke protocollen:

Op elke school is tenminste 1 persoon die kennis heeft van dyslexie (definitie, kenmerken, risicofactoren, effectief handelen), kennis heeft van het dyslexieprotocol, en de uitvoering hiervan bewaakt. Wenselijk is een beschrijving van de specifieke invulling van dit landelijke protocol op de eigen school.

Ondersteuningsniveau 1 (Protocol Dyslexie)
Goed lees- en spellingsonderwijs in groepsverband (zie ook het inspectiekader)
Goed lees- en spellingonderwijs

  • Er wordt voldoende tijd voor lees-en spellingsonderwijs ingeroosterd. Zie de handleiding van de eigen methode op school en Vragenlijst lezen-spelling PO. Denk bijvoorbeeld ook aan voldoende leestijd voor alle leeskernen uit groep 3 zodat deze daadwerkelijk in groep 3 aan bod komen.
  • Kwalitatief goede lees- en spellingsinstructie staat voorop. Er wordt een effectieve methode gebruikt en deze wordt op de juiste manier volgens de handleiding uitgevoerd.
  • De leerkracht geeft structureel vorm aan pedagogische didactische differentiatie en het klassenmanagement is op orde.
  • In groep ½ is er een ruim aanbod aan doelgerichte taalactiviteiten en aandacht voor fonemisch bewustzijn. Zie bijvoorbeeld Kwaliteitskaart fonemisch bewustzijn
  • School besteedt veel aandacht aan leesplezier en leesmotivatie.
  • De leerkracht signaleert stagnaties tijdig door resultaten te analyseren. De intern begeleider monitort het proces (waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren).
  • De school beschikt hiertoe over de relevante signaleringsinstrumenten, waarbij het in elk geval gaat om de technische leesvaardigheid van losse woorden. Daarnaast de (vroeg) fonologische ontwikkeling, klank-tekenkoppeling (letterkennis) en spellingsvaardigheden (zie dyslexiecentraal.nl voor de recente en bruikbare instrumenten). Zie ook: Toetsen en observeren van achterstanden | Dyslexie Centraal
  • De leerkracht formuleert onderwijsbehoeften t.a.v. lezen en spellen voor ondersteuningsniveau 2, wanneer dit nodig blijkt (DMT-scores D en E, dit zijn de 25% zwakst scorende leerlingen van de Nederlandse populatie).
  • De school zorgt voor dossiervorming, waarbij rekening gehouden wordt met de vereiste criteria voor de vergoede Ernstige Dyslexie(zorg): Leidraad Ernstige Dyslexie: doorverwijzing van onderwijs naar zorg. Zie voor een voorbeeld leerlingdossier

Ondersteuningsniveau 2 (Protocol Dyslexie)
Ondersteuning in de groepssituatie door de leerkracht

  • De leerkracht stemt af op verschillen tussen leerlingen en biedt passende ondersteuning binnen de groep.
  • De leerkracht gaat door met goed lees- en spellingsonderwijs in de klas en biedt daarnaast:
    • Verlengde en verdiepte instructies in de klas. Alle extra suggesties van de methode worden benut.
    • Dagelijks extra leestijd: begeleid inoefenen en oefentijd in de klas, bovenop de reguliere methodetijd (bijvoorbeeld in de middag).
  • De leerkracht betrekt de inbreng van leerlingen bij deze interventie en onderhoudt contact met ouders. De leerkracht neemt actie om ervoor te zorgen dat leerlingen blijven lezen ondanks hun belemmeringen.
  • De school zet structureel en volgens afspraken in op de interventie.
  • De school beschikt over methodieken/materialen, die staan beschreven in het leesprotocol. Zie bijvoorbeeld dyslexiecentraal.nl:
  • De interventies worden geëvalueerd en belemmeringen worden geanalyseerd. Bij onvoldoende resultaat wordt overgegaan op ondersteuningsniveau 3 (DMT-score E, dit zijn de 10% zwakst scorende leerlingen van de Nederlandse populatie).
  • De school beschrijft het afgestemde aanbod van niveau 2 en bouwt zo het leerlingdossier verder op, waarbij rekening gehouden wordt met de vereiste criteria voor de vergoede Ernstige Dyslexie(zorg).

Ondersteuningsniveau 3 (Protocol Dyslexie)
Specifieke interventies die afgestemd zijn op hiaten, uitgevoerd en/of ondersteund door de lees- en spelling-specialist op school of in de wijk

  • Indien de inzet binnen de groep ontoereikend is voor ondersteuningsbehoefte van de leerling, zet de school in op interventies buiten de groep. Waar nodig maakt de school gebruik van expertise in de wijk of stad. Er kan gedacht worden aan de volgende expertises:
    • Taal/lees of dyslexiespecialist (bijvoorbeeld een intern begeleider met deze specialisatie, remedial teacher of een externe specialist), die leerkrachten kan adviseren over ondersteuningsbehoeften op het gebied van lezen, spelling en dyslexie.
  • De leerkracht gaat door met het aanbod op niveau 1 en 2 en biedt daarnaast specifieke interventie in samenspraak met een lees-/spellingspecialist:
    • Specifiek afgestemd aanbod op het niveau en/of de hiaten in de ontwikkeling van de betreffende leerling.
    • Een uitbreiding van de instructietijd met minimaal 3×20 minuten per week voor ten minste twee periodes van 10 tot 12 weken in een periode van een half jaar.
    • Bij voorkeur individueel, óf in kleine groepjes (max. 4 leerlingen).
    • De interventie bevat meerdere werkzame componenten. Zie werkkaart 2: Richtlijn Dyslexie_Werkkaarten
  • De school beschikt over wetenschappelijk effectief gebleken materialen/methodieken ter bevordering bij lees- en spellingsproblemen en faciliteert de uitvoering hiervan binnen de school. Zie dyslexiecentraal.nl: Overzicht interventieprogramma’s (1).pdf
  • De school zet structureel en volgens afspraken in op de interventie.
  • De school beschrijft het afgestemde aanbod en bouwt zo een leerlingdossier verder op, waarbij rekening gehouden wordt met de vereiste criteria voor de vergoede Ernstige Dyslexie(zorg).
  • De school evalueert de inzet op niveau 3 en stelt indien van toepassing de aanhoudende achterstand en hardnekkigheid vast: constateren vermoeden dyslexie. Daarbij is het van belang de belemmeringen altijd in het perspectief van het totale functioneren van de leerling te zien. Staan de belemmeringen op zichzelf of is er een breder verband? Zijn er alternatieve verklaringen?
  • Wanneer de leerling (nog) niet voldoet aan de criteria van de vergoede Ernstige Dyslexie(zorg) maar nog wel een lees- en/of spellingsachterstand laat zien, wordt de ondersteuning op niveau 1, 2 en 3 voortgezet.
  • Wanneer de lees- en/of spellingsproblemen blijven bestaan, maar de ernst (net) niet voldoet aan de criteria van de vergoede Ernstige Dyslexie(zorg), blijft afgestemd handelen noodzakelijk, bijvoorbeeld met behulp van de hulpkaart bij dyslexie of ernstige lees-en/of spellingsproblemen en toelichting bij hulpkaart. Aan het eind van de basisschool is een goede overdracht naar het voortgezet onderwijs belangrijk.

Voetnoot: ANB ondersteuningskaart basisondersteuning. 
Pilotversie mei 2025, geldig t/m juli 2026 

Extra (aanvullende) ondersteuning (streefnorm)

Elke school voldoet aan de basisondersteuning zoals verwoord in de gezamenlijke afspraken in het beleidsdocument Almeerse Norm Basisondersteuning. Elke school stelt daarnaast ambities vast voor het ontwikkelen van de extra aanvullende ondersteuning op één of meerdere thema’s, passend bij het ondersteuningsprofiel van de school.  

De themakaarten zijn een handreiking voor scholen om de extra aanvullende ondersteuning op een thema te organiseren, te ontwikkelen en uit te kunnen voeren op school. 

Deze ondersteuningskaart is bedoeld voor de onderwijsprofessional en geeft een concrete uitwerking van wat de school in de extra aanvullende ondersteuning kan vormgeven. De kenniskaart beschrijft hoe, met welke inzet van kennis en vaardigheden, de school dit kan doen.  

De ondersteuning richt zich op een ononderbroken ontwikkeling voor alle leerlingen onder andere door inzet van handelingsgericht werken.  

Het inzetten van deze kaart betreft voor 2025-2026 een pilot. Na een jaar worden de themakaarten geëvalueerd met het veld op praktische uitvoerbaarheid, waarna na aanpassingen de themakaarten zullen worden vastgesteld.  

Formeel valt dit thema niet onder ‘extra ondersteuning’ zoals gedefinieerd in de wet Passend Onderwijs. 

Dyslexie is een specifieke en hardnekkige lees- en spellingstoornis met een basis in de neurobiologische ontwikkeling, die niet verklaard kan worden door een algemeen leerprobleem, inadequaat onderwijs of sensorische beperkingen (APA, 2013; Peterson & Pennington, 2012; Thompson et al, 2015)2.  

Wanneer iemand dyslexie heeft, is er sprake van een ernstige achterstand op het gebied van lezen en spelling in vergelijking tot leeftijdgenoten. De achterstand moet hardnekkig zijn. Dit betekent dat ook met extra ondersteuning en oefenen het lezen en/of spelling moeizaam blijft gaan.  

Dyslexie betekent letterlijk ‘niet goed kunnen lezen’. Het woord komt uit het Grieks. De definitie voor dyslexie die in Nederland het meest wordt gebruikt is: ‘Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau’. 

In dit filmpje is goed te zien hoe het is om dyslexie te hebben A 

Technisch lezen 

Dyslexie  wordt ook wel een stoornis in het ‘technisch lezen’ genoemd.  Technisch lezen is de vaardigheid van het omzetten van de letters in klanken. En uiteindelijk dus het kunnen voorlezen van een tekst op een goed tempo. Dyslexie belemmert het vlot leren lezen. De meeste kinderen met dyslexie leren uiteindelijk wel lezen, maar blijven trager lezen. Ze moeten er meer energie in steken en zijn sneller afgeleid dan de gemiddelde lezer. Dat gaat vaak ten koste van het begrijpen van wat je leest. 

De basisondersteuning bij lees- en spellingonderwijs en dyslexie wordt uitgevoerd door school met ondersteuning van een taalspecialist / een externe partner /Passend Onderwijs Almere.  Diagnostiek en behandeling door zorgaanbieder (ondersteuningsniveau 4) worden ingezet door de zorgaanbieder, maar altijd in afstemming met de school. 

De extra aanvullende ondersteuning gaat bijvoorbeeld over het kunnen uitvoeren van diagnostisch onderzoek en specifieke interventies en/of behandeling en die de school/de leraar inzet voor leerlingen met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften op dit thema. Dit vraagt om maatwerk en samenwerking tussen ouders, leerkracht, intern begeleider en de leerling en het beantwoorden van de vragen: wat heeft de leerkracht nodig om deze leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden?  Wat heeft de leerkracht nodig, wat heeft de school nodig? (Pameijer, 2017). Deze extra aanvullende ondersteuning kan worden uitgevoerd door een opgeleide expert binnen de school en/of een externe expert, in afstemming en samenwerking met de school of met gebruik van expertise vanuit de wijk, stad en het samenwerkingsverband.  

In de basisondersteuning kan de ondersteuning veelal plaatsvinden in de klas, in de extra aanvullende ondersteuning kan het gaan om begeleiding buiten de klas en intensieve individuele interventies, zoals specifieke training of behandeling. De interventies zijn complexer en de aanpak maatwerk. Voor deze leerlingen stelt de school een OPP op. 

Soms is een arrangement vanuit het samenwerkingsverband nodig. 

Voor ondersteuning in de extra gespecialiseerde ondersteuning verwijzen we naar de stadsbrede arrangementen en speciale voorzieningen staan beschreven in de Almeerse matrix.    

Ondersteuningsniveau 4 (Protocol Dyslexie)
Diagnostiek en behandeling door zorgaanbieder

De stappen die horen bij ondersteuningsniveau 4 worden gezet door de zorg, maar altijd in afstemming met de school.  Zie Samenwerking kind, ouders, school, behandelaar | Dyslexie Centraal

  • Wanneer de bovenstaande ondersteuningsniveaus ontoereikend zijn gebleken en de leerling voldoet aan de criteria van de vergoede Ernstige Dyslexie(zorg) is de school in staat ouders te verwijzen naar de juiste specialistische zorgaanbieder voor een diagnose en behandeltraject. Zie Gecontracteerde aanbieders | Sociaal Domein Almere 
  • De diagnostiek en behandeling rondom Ernstige Dyslexie (ED) valt niet onder de basisondersteuning van school. Deze zorg valt onder de Jeugdwet en wordt bekostigd door de gemeente. Passend Onderwijs Almere heeft hier geen rol in.
  • Ouders melden zelf aan bij de zorgaanbieder. De school levert het leerlingdossier aan ter onderbouwing.
  • De behandeling op ondersteuningsniveau 4 wordt na diagnose ingezet door een specialistische zorgaanbieder.
  • Tijdens de behandeling en vaak ook na de behandeling blijven leerlingen met dyslexie begeleid worden op school, met de daarbij passende interventies (zoals eerder geboden op zorgniveau 1, 2 en 3) al dan niet aangevuld met een aanbod op school vanuit de behandelaar. School bewaakt een goede afstemming tussen onderwijs en zorg. Bij afsluiting van de behandeling volgt een evaluatie met vaak praktische aanwijzingen voor het vervolg. School zet deze aanwijzingen structureel in.
  • De school biedt sociaal-emotionele ondersteuning (acceptatie en begrip van diagnose dyslexie) en zet in op gemotiveerd blijven van de leerlingen. De leerkracht gaat gepast om met klassikale (lees)beurten.
  • De school overweegt compenserende en dispenserende maatregelen, wanneer noodzakelijk. Zie Kiezen van een compenserend hulpmiddel | Dyslexie Centraal. Doel is het voorkomen van secundaire achterstanden op de andere vakken. Denk ook aan bijvoorbeeld een maatje om instructies voor te lezen.
  • De school stelt met inbreng van de leerling en betrokkenheid van ouders een plan op. Bijvoorbeeld in de vorm van een hulpkaart dyslexie: hulpkaart bij dyslexie of ernstige lees-en/of spellingsproblemen en toelichting bij hulpkaart. Talenten van de leerling worden zoveel mogelijk belicht.
  • School streeft zoveel mogelijk naar een uitstroomadvies dat past bij de intellectuele capaciteiten van de leerling.
  • School draagt zorg voor een goede overdracht naar het voortgezet onderwijs.
  • Bij meer complexe ondersteuningsvragen, wanneer er bijvoorbeeld ook sprake is van een andere classificatie of ondersteuningsbehoefte, kan school gebruik maken van expertise vanuit het SWV Passend Onderwijs Almere en andere ketenpartners voor gespecialiseerde ondersteuning.

Onder de extra aanvullende ondersteuning vallen specifiek voor dit thema de volgende interventies:

  • Verrijkt aanbod van compenserende en dispenserende maatregelen bij dyslexie, denk bijvoorbeeld aan uitgebreide kennis van en beschikbaarheid van ICT, apps, speciale boeken/ bibliotheek.
  • Kennis van en ervaring met kinderen met dyslexie in combinatie met andere belemmeringen (bijv. NT2, TOS, hoogbegaafdheid).

Passende materialen/methodieken. 

Mogelijkheden voor aanpassingen in de school.

Afgestemd extra aanbod in de groep.

Voetnoot: ANB ondersteuningskaart extra aanvullende ondersteuning. Pilotversie mei 2025, geldig t/m juli 2026