menu language
Cirkel Vierkant Driehoek

Ondersteuningskaart langdurig zieke kinderen PO

Basisondersteuning (basisnorm)

Elke school voldoet aan de basisondersteuning zoals verwoord in de gezamenlijke afspraken in het beleidsdocument Almeerse Norm Basisondersteuning. 

De themakaarten zijn een handreiking voor scholen om de basis op de thema’s te organiseren, te ontwikkelen en uit te kunnen voeren op school. 

Deze ondersteuningskaart is bedoeld voor de onderwijsprofessionals en geeft een concrete uitwerking van wat de school in de basis kan vormgeven. De kenniskaart beschrijft hoe, met welke inzet van kennis en vaardigheden, de school dit kan doen.  

De ondersteuning richt zich op een ononderbroken ontwikkeling voor alle leerlingen, onder andere door inzet van handelingsgericht werken.  

Het inzetten van deze kaart betreft voor 2025-2026 een pilot. Na een jaar worden de themakaarten geëvalueerd met het veld op praktische uitvoerbaarheid en het al dan formuleren van de norm. Na aanpassingen worden de themakaarten vervolgens vastgesteld.  

Voor langdurig zieke leerlingen (een leerling die (mogelijk) acuut, ernstig of langdurig ziek wordt en extra onderwijszorg nodig heeft) zijn er regelingen en ondersteuning vanuit de Inspectie van het Onderwijs en andere organisaties, zoals Ziezon en 1801 Jeugd & Onderwijsadvies. Scholen zijn verantwoordelijk voor het bieden van passend onderwijs, en dit kan maatwerk in onderwijstijd of extra ondersteuning inhouden. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs, inclusief de ondersteuning van leerlingen met langdurige ziekte.   

In de groep:
Contact opnemen met consulent/specialist cluster 3 van swv en/of SO Olivijn (cluster 3).

HGW

  • Waarnemen: Het signaleren van leerlingen die acuut, ernstig of langdurig ziek wordt en extra onderwijszorg nodig heeft.
    • School houdt de aanwezigheid van de leerlingen bij in de leerlingadministratie.
    • Ouders hebben de plicht om noodzakelijke informatie al tijdens de aanmelding met school te delen.
    • Zowel school als ouders signaleren of de begeleiding en onderwijsbehoefte van de leerling aanpassingen behoeft en informeren elkaar hierover.
    • De IB-er is op schoolniveau de regiehouder en makelaar/schakelaar voor externe contacten, zoals de consulent SWV, de jeugdarts en/ of jeugdverpleegkundige. De leerkracht is het eerste aanspreekpunt voor de ouders. IB en leerkracht werken nauw samen. De onderwijsbegeleiding en ondersteuning voor de leerling kan worden besproken in het zorg advies team van de school (met aanwezigheid van ouders (evt. leerling) en externe betrokkenen). De school betrekt de leerling in kader van ‘hoorrecht’ bij het invullen van de onderwijsondersteuning en begeleiding.
  • Begrijpen/onderzoeken: begrijpen van wat de leerling die (mogelijk) acuut, ernstig of langdurig ziek wordt en extra onderwijsbegeleiding nodig heeft.
    • Leerkracht observeert de leerling in het kader van de passende ondersteuning en gaat in gesprek met de leerling: wat kan de school, de leerkracht, de leerling doen, wat kunnen ouders doen?
    • Leerkracht gaat in gesprek met ouders: ouders informeren school over de ziekte en/of ondersteuningsbehoefte van hun kind. Leerkracht vraagt hier actief naar.
    • Ouders informeren de school over de recente situatie van hun kind bij het onderzoeken van de ondersteuningsbehoeften en het bieden van passend onderwijs aan de leerling.
    • Leerkracht maakt onderzoeksoverzicht van de leerling en consulteert IB.
    • De leerkracht/de school (IB) heeft kennis van de aandoening/ziekte of stelt zich op de hoogte hiervan. Werkt samen met extra deskundigen voor onderwijs/zorgadvies (vallend binnen het medisch protocol van de school).
    • De leerkracht laat leerlingen met een chronische of langdurige ziekte of epilepsie, zoveel mogelijk aansluiten bij het pedagogisch-didactisch niveau van de groep.
    • Voor leerlingen die extra aanvullende ondersteuning behoeven stelt de school een OPP op.
  • Plannen: Het plannen van de aanpassing in het onderwijsaanbod (didactisch- en pedagogisch) de leerling die (mogelijk) acuut, ernstig of langdurig ziek wordt en extra onderwijsbegeleiding nodig heeft.
    • School stelt vast wat de algemene onderwijs en ondersteuningsbehoefte is van hun leerling. Zij vragen hier actief naar bij de intake/ inschrijving van de leerling.
    • De leerkracht heeft kennis en inzicht over de ziekte en/ of zorgbehoefte van leerlingen met een chronische of langdurige ziekte of epilepsie. Bekijk de Handreikingen voor scholen voor veel ziektebeelden 
    • De leerkracht stelt zich op de hoogte van de invloed van een ziekte of een zorgbehoefte op het leren en het onderwijs heeft.
    • De school kan de consulent vanuit het swv en/ of de experts cluster 3 (SO Olivijn) consulteren.
  • Uitvoeren: Het onderwijsaanbod aanpassen en/ of instanties consulteren.
    • De school kan de volgende instanties consulteren:
      • LWOE kan advies geven bij vastgestelde diagnose van epilepsie (en narcolepsie). Er zitten geen kosten aan voor ouders en school.
      • Netwerk Ziezon verstrekt informatie over en adviseert bij somatische ziekten. Deze hulp is op ieder niveau altijd gratis. Een somatische diagnose hoeft dan nog niet gesteld te zijn.

Zie de kenniskaart voor literatuursuggesties.

Betrokkenen:

  • Ouders
  • Leerling
  • Leerkracht, intern begeleider/ KC
  • Betrokken (medisch) instanties

Aanbod in de basisondersteuning buiten de groep, in de school.

HGW

  • De leerkracht voert minimaal 1 keer per week een gesprekje met de leerling gericht op de voortgang op de gestelde doelen en het welbevinden van de leerling.
  • De leerkracht (eventueel samen met intern begeleider) voert geregeld gesprekken met de ouders om op de hoogte te blijven van het verloop van de ziekte en/ of zorgbehoefte van leerlingen met een chronische of langdurige ziekte of epilepsie en ouders op de hoogte te stellen van de voortgang en welbevinden van de leerling.
  • School heeft de onderwijsbehoefte van de leerling goed begrepen/onderzocht en in kaart gebracht. Er is omschreven wat er al is ingezet aan extra aandacht/zorg. En wat het effect hiervan is.
  • De leerling volgt de groepsdoelen, waar bij leergebieden waarbij de leerling een achterstand heeft in de basisleerstof van de groep, de leerkracht onderzoekt/toetst om tijdig te kunnen signaleren en het juiste niveau te kunnen bepalen, gericht op het kunnen behalen van de groepsdoelen.
  • De leerkracht legt de vooruitgang op de doelen van de leerling vast, en geeft aan wat nog nodig is (de onderwijsbehoeften) om het niveau te bereiken, passend bij de (onderwijs)leeftijd van de leerling of de basisdoelen van de groep waarin de leerling functioneert.

Organisatorische en didactische afstemming

De consulent van het swv en/ of experts cluster 3 (SO Olivijn):

  • Denken mee met en adviseren bij het vormgeven van de ondersteuning door de school en de ondersteuningsvraag van de leerling verder te onderzoeken en passend onderwijs vorm te geven.
    • Denken mee over de implementatie van adviezen van artsen of externe organisaties.
    • Delen eigen expertise met de school.
    • Verwijzen naar informatie.
    • Kunnen observaties doen binnen de school. Voor een aanvraag van een consult op leerling niveau door de consulent vanuit het SWV is er een aanmelding nodig van school in Indigo en toestemming van ouders.
    • LWOE doen intakes met ouders en school. Zij vragen medische gegevens op bij de medisch specialisten. Hiervoor zijn toestemmingformulieren nodig. Het toestemmingsformulier wordt na de intake door de ambulant begeleider verzonden aan ouders. Een observatie in de klas behoort tot de mogelijkheden.
  • Netwerk Ziezon kan verder advies en informatie geven, wanneer een diagnose is gesteld of hier nog onderzoek naar gedaan wordt door een arts.
  • Het didactisch functioneringsniveau van de leerling is leidend voor de keuze van de aangeboden toets, niet het groepsniveau of de leeftijd van de leerling.
  • De leerkracht is op de hoogte van en gebruikt de kenniskaart m.b.t. van leerlingen met een chronische of langdurige ziekte of epilepsie.

Voetnoot: ANB ondersteuningskaart basisondersteuning. 
Pilotversie mei 2025, geldig t/m juli 2026 

Extra (aanvullende) ondersteuning (streefnorm)

Elke school voldoet aan de basisondersteuning zoals verwoord in de gezamenlijke afspraken in het beleidsdocument Almeerse Norm Basisondersteuning. Elke school stelt daarnaast ambities vast voor het ontwikkelen van de extra aanvullende ondersteuning op één of meerdere thema’s, passend bij het ondersteuningsprofiel van de school.  

De themakaarten zijn een handreiking voor scholen om de extra aanvullende ondersteuning op een thema te organiseren, te ontwikkelen en uit te kunnen voeren op school. 

Deze ondersteuningskaart is bedoeld voor de onderwijsprofessional en geeft een concrete uitwerking van wat de school in de extra aanvullende ondersteuning kan vormgeven. De kenniskaart beschrijft hoe, met welke inzet van kennis en vaardigheden, de school dit kan doen.  

De ondersteuning richt zich op een ononderbroken ontwikkeling voor alle leerlingen onder andere door inzet van handelingsgericht werken.  

Het inzetten van deze kaart betreft voor 2025-2026 een pilot. Na een jaar worden de themakaarten geëvalueerd met het veld op praktische uitvoerbaarheid, waarna na aanpassingen de themakaarten zullen worden vastgesteld.  

Aanbod in de basisondersteuning

  • School is verantwoordelijk voor de concretisering van de hulpvraag. Dit betekent dat andere factoren zoals angst, onzekerheid, gezinssituatie, persoonlijke kenmerken, vervoer etc.
    al uitgesloten zijn.
  • Zorg gerelateerd verzuim is goed bijgehouden en gesignaleerd. Bij 4 weken ziekte melden bij Leerplicht, POA en leerling bespreken in het ZAT of Zorgteamoverleg (zie protocol schoolverzuim). Leerling en ouder uitnodigen voor het ZAT of Zorgteam overleg. De jeugdarts zal de leerling ook oproepen voor consult. Twee keer niet op komen dagen, betekent tevens melding bij Leerplicht.
  • School verzorgt nog steeds het onderwijs aan de leerling, ook als deze leerling niet fysiek op school is.
  • Als er meerdere betrokken disciplines zorgen hebben over de veiligheid van thuis, kan Veilig thuis geraadpleegd worden.

Onder de aanvullende ondersteuning vallen de volgende interventies:

  • De consulent vanuit het SWV:
    • Denkt mee om de hulpvraag verder te onderzoeken.
    • Denkt mee over de implementatie van adviezen van bijvoorbeeld LWOE of Ziezon.
    • Delen eigen expertise met de school.
    • Verwijzen naar informatie en zetten school waar wenselijk op het spoor van externe organisaties en aanmelding voor het ZAT.
    • Kunnen observaties doen binnen de school.
  • LWOE: De meeste zorg wordt geleverd op school. Soms vindt er een gesprek aan huis plaats.
  • Netwerk Ziezon: De meeste zorg wordt geleverd op school. In uitzonderlijke situaties kan er een aanvullend aanbod voor enkele lessen aan huis of op school aangeboden worden.
  • JGZ Almere: School kan de jeugdarts vragen om de leerling en de ouders uit te nodigen voor een gesprek. Dit gesprek is niet bedoeld als controle of het kind wel echt ziek is, maar om mee te denken over wat er nodig is om het kind zo goed mogelijk te kunnen laten deelnemen aan de lessen. De jeugdarts gaat met ouders en kind in gesprek en overlegt zo nodig met de huisarts of andere behandelaars. Aan de hand daarvan kan de jeugdarts adviezen geven aan zowel kind, ouders en school.

Passende materialen/methodieken

Afgestemd aanbod in de groep

Afgestemd…

Meer complexe ondersteuningsvragen met expertise vanuit het SWV Passend Onderwijs Almere.

Aanbod in de basisondersteuning

  • De zorgplicht ligt bij school. Zij zijn primair verantwoordelijk voor het geven van onderwijs en nemen een actieve rol om een doorgaande leerlijn en ontwikkeling te waarborgen. Verzuim wordt altijd goed bijgehouden.
  • De verblijfsplaats van de leerling kan van invloed zijn op het geven van onderwijs. School legt relevante gegevens vast in het OPP van de leerling, hoe onderwijs vormgegeven wordt en wekelijks contact wordt onderhouden met de leerling. Het OPP wordt minimaal 2x per jaar geëvalueerd en bijgesteld.
    • Thuis (school blijft primair verantwoordelijk)
    • Regionaal ziekenhuis/ revalidatiecentrum/ behandelkliniek (school blijft primair verantwoordelijk. Als een leerling is opgenomen in een kliniek, kan er voor onderwijs een factuur volgen. Check dit.)
    • UMC/ Prinses Maxima Centrum voor kinderoncologie (de Educatieve Voorziening van het ziekenhuis kan ondersteunen)

Tips voor school: zet een leerkracht in voor les aan huis (geef deze docent iets minder extra taken in die periode), een gepensioneerd collega, een vrijwilliger.

  • Leerling moet herhaaldelijk in het ZAT terugkomen om de aandacht voor verzuim/ Mazl methode etc. Leerplicht/ jeugdarts/ maatschappelijk werk/ verpleegkundige te borgen.
  • Het ziekteverzuim moet geobjectiveerd worden. Als er geen advies ligt van een specialist die onderschrijft dat de leerling geen onderwijs kan volgen op school, moeten de protocollen in werking gezet worden. Dit betekent dat er gekeken moet worden of het verzuim van de leerling daadwerkelijk geoorloofd is. Hier hebben de jeugdarts en leerplicht een belangrijke rol in. In deze fase
  • Op het moment van een verdenking van een onveilige/ kwetsbare thuissituatie voor een leerling zal deze zorg in ieder geval bespreekbaar gemaakt worden. Bij een onveilige situatie moet er gewerkt worden met het protocol Veilig thuis.

De volgende deskundigheid is beschikbaar bij POA:

  • School heeft arrangementsgelden vanuit het SWV. Deze kunnen ingezet worden voor individuele arrangementen. Een (zieke) leerling moet hiervan kunnen profiteren als individuele zorg nodig is. In overleg met de begeleider onderwijs en de senior begeleider onderwijs kan besproken worden welke andere specifieke (financiële) ondersteuning mogelijk is.

Meer complexe ondersteuningsvragen met inzet van expertise van ketenpartners.
Denk aan:

  • LWOE: kan scholing voor leerkrachten aanbieden en blijft betrokken bij handelingsadviezen bij leerlingen met epilepsie. Kunnen ook aansluiten bij gesprekken van het ZAT of Zorgteam.
  • Netwerk Ziezon: Naast de zorg die school zelf levert, kan er in enkele gevallen ook een vraag voor onderwijs aan huis of in het regionaal ziekenhuis aangevraagd worden. Deze zorg is van tijdelijke aard. De totale lengte van het traject is maximaal 12 weken (of 12 interventies). Tussentijds advies kan altijd aangevraagd worden. School is verantwoordelijk voor het aanleveren van lesmateriaal.
  • Daarnaast kan de Consulent OZL KlasseContact aanvragen voor zowel somatisch zieke leerlingen als voor leerlingen met epilepsie bij langdurig verzuim.
  • In een UMC/ Prinses Maxima Centrum voor kinderoncologie. Consulenten OZL geven in het ziekenhuis les. Zij zullen contact leggen met de school over de hulpvraag en zullen vragen naar lesmateriaal.
  • Gemeente Almere: Aanvraag jeugdhulp door JGZ

De school stelt met inbreng van de leerling en betrokkenheid van ouders een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. 

Voetnoot: ANB ondersteuningskaart extra aanvullende ondersteuning. Pilotversie mei 2025, geldig t/m juli 2026